CHARLES, J.B.
    
      
    
      
    
      
    Onderweg
    
      
    
      
    Afscheid van Holland nemen valt niet zwaar,
    
      
    in Hilversum staat op beschaafd niveau
    
      
    een humanist te liegen; men hoeft maar
    
      
    een hand uitsteken om hem met een knop te smoren;
    
      
    uit Brussel is altijd muziek te horen.
    
      
    De weg naar 't zuiden weet niet meer hoe snel
    
      
    hij zich aan mij zal onderwerpen
    
      
    en ondertussen rijd ik de gemeente binnen
    
      
    van de verscholen luisteraars
    
      
    te Ukkel en te Sint Niklaas.
    
      
    Serge Prokovieff fluit en regent
    
      
    mij lachende doch vastberaden tegen.
    
      
    Nu zetten onder mij hardrubber banden
    
      
    remmend in de steenweg hun tanden
    
      
    en tolt een wijzer mij wat franken kwijt;
    
      
    dan ik al weer verder en ik drijf
    
      
    pijlsnel in een hoboconcert
    
      
    langs witte meren fluitenkruid
    
      
    met eilanden van eeuwenoude stammen.
    
      
    Laat ze in Nederland maar zwammen.
    
      
    
      
    
      
    Nacht in juli
    
      
    
      
    De sterren aan de hemel geven toe
  
dat ik vannacht de juiste stappen doe,
ik heb het bed, de kamer en het huis verlaten
en spoed mij opgeruimd door ingeslapen straten,
ik laat mijn dagdroom die het niet kan laten
nog na te blijven gonzen laat ik praten,
ik hak de straatweg in de pas, ik ben niet moe,
ik ga naar gras en water, naar niets en niemand toe.