SLEUTELAAR, Hans
    
      
    
      
    Ochtendstad 
  
    
      
    Rotterdam voor dag en dauw. De bruggen zijn verlaten. 
  
De geldpaleizen gloren in het Noord-Atlantisch licht.
Winst en verlies staan in de onbehouwen ziel gegrift
Van deze warse stad, alleen met wind en water.
    
      
    
      
    Rotterdam revisited
  
    
      
    Wolken drijven boven palingkleurig water.
  
Het licht blinkt net als toen, maar later.
De Hef waakt stil over dit verbeten leven.
Ik keer me, duizelend, om. En huiver even.
    
      
    
      
    Herinnering
    
      
    
      
    Rotterdam is een godvergeten kade
    
      
    onder koud lamplicht, zwavelgeel,
    
      
    en een zwarte, maandoorvlaagde wade
    
      
    omspant het onuitsprekelijk geheel.
  
    
      
    
      
    Hemellichamen
    
      
    
      
    het uur dat ik de dag heb opengebroken
    
      
    en de zee in een dauwdruppel samengevat
    
      
    was ik radeloos was ik vuur
    
      
    
      
    was ik
    
      
    een gat in de huid van de ruimte
    
      
    een kreet van vreselijke vreugde
    
      
    een magere morgen van zand en honger
    
      
    
      
    en wist mij later blindgestaard en doodgewoekerd
    
      
    en viel
    
      
    en spleet uiteen