DE CONINCK, Bert
    
      
    
      
    
      
    Evelyne
    
      
    
      
    Om vijftien over tien komt Evelientje uit haar bed
    
      
    Ze kijkt ‘ns in de spiegel en ze neemt een sigaret
    
      
    Ze wandelt door de kamer en ze gluurt ‘ns door ‘t raam
    
      
    Ze poetst haar mooie tanden en ze trekt haar kleren aan
    
      
    Suiker, zegt ze en ze lacht ’r tanden bloot
    
      
    Ze drinkt oranje bloesem, ze eet geroosterd brood
    
      
    “Suiker”, zegt ze en ze lacht d’r tanden bloot
    
      
    Ze drinkt oranje bloesem en ze eet geroosterd brood
    
      
    
      
    Om vijf na half elf sta ik te bellen aan haar deur
    
      
    Ze maakt al lachend open en ik ruik 'r zoete geur
    
      
    Om tien na half elf liggen we lekker in haar bed
    
      
    Ze vraagt of ik champagne lust en we draaien Medecine Head
    
      
    Doe het, zegt ze, en ze lacht ’r tanden bloot
    
      
    Ze maakt m'n lichaam dronken en al de kleuren worden rood
    
      
    
      
    Om Vijftien over drie liggen we samen in haar bad
    
      
    we stoeien in ‘t water en pletsen alles nat
    
      
    We laten ons lekker zakken in ‘t heerlijk hete sop
    
      
    En we zoeken onder water naar een zoekgeraakte stop
    
      
    Zeep, zegt ze, en ze lacht ’r tanden bloot
    
      
    Ze wast mijn vuile haren en ze lacht zich bijna dood
    
      
    
      
    Om vijftien voor de vijve neem ik afscheid met 'n zoen
    
      
    You know, I love ya darling, wanneer zullen we 't nog eens doen
    
      
    Om vijftien na de vijve komt ’r man terug van kantoor
    
      
    Met moegewerkte hersens en twee propjes in z’n oor
    
      
    Schat, zegt ze, en ze lacht ’r tanden bloot
    
      
    Ze geeft hem gauw een zoentje en ze denkt, dag idioot
    
      
    
      
    Tot vijftien over elf kijken ze samen naar tv
    
      
    je weet wel, zoete koekjes bij een laatste kopje thee
    
      
    en wordt meneer echt moe, nou, dan gaan ze maar naar bed
    
      
    Slaap lekker schat, slaapwel, ik heb de wekker juist gezet
    
      
    Vuur, denkt ze en ze neemt een sigaret
    
      
    Haar man ligt al te snurken dus ze leest nog wat in bed
    
      
    Vuur, denkt ze en ze neemt een sigaret
    
      
    Haar man ligt al te snurken dus ze leest nog wat
    
      
    mmmm... in dat lekker bed
    
      
    
      
    
      
    Stinkende regen
    
      
    
      
    Er leven al lang geen vlinders meer
  
    in dit land van stalen rozen.
    
      
    De vogels eten er kruimels en teer
  
    uit de hand van betonnen matrozen.
    
      
    
      
    Geen graf kan hier nog grijzer zijn
    
      
    dan het vuile grijs van de stegen
    
      
    de huizen staan stom rond een bloemenloos plein
    
      
    en ze drinken de stinkende regen
    
      
    
      
    de stad drinkt de stinkende regen 
    
      
    
      
    Electrische zonnen verblinden de zwijnen 
    
      
    die ademen, eten en drinken
    
      
    in hijgende wagens en zwetende treinen
    
      
    die hun zwangere zeugen verminken
    
      
    
      
    Geen graf kan hier nog natter zijn
    
      
    dan het natte grijs van de stegen
    
      
    de huizen staan stom rond een bloemenloos plein
    
      
    en ze drinken de stinkende regen
    
      
    
      
    de stad drinkt de stinkende regen)
    
      
    
      
    er leven al lang geen mensen meer
    
      
    in dit land van vuilnisbelten
    
      
    je noemt ze mevrouw of je noemt ze meneer
    
      
    maar een mens die ontmoet je zelden
    
      
    
      
    Geen graf kan hier nog natter zijn
    
      
    dan het vuile nat van de stegen
    
      
    de huizen staan stom rond een bloemenloos plein
    
      
    en ze drinken de stinkende regen
    
      
    
      
    de stad drinkt de stinkende regen 
    
      
    
      
    
      
    Het is me allemaal teveel
    
      
    
      
    Er zit een gat in m’n broek
    
      
    en m’n schoenen zijn versleten
    
      
    geen rooie duit op zak
    
      
    ik heb vandaag weer niets gegeten
    
      
    m’n wereld stort ineen
    
      
    het is me allemaal teveel
    
      
    
      
    Vannacht toen kwam ik thuis
    
      
    ik was totaal bezopen
    
      
    de kat die is van schrik
    
      
    in de kast gekropen
    
      
    m’n wereld stort ineen
    
      
    het is me allemaal teveel
    
      
    
      
    Het is me allemaal teveel
    
      
    de mensen doen me kotsen
    
      
    ‘k heb genoeg van hun toneel
    
      
    van hun hotsen en hun botsen
    
      
    Het is me allemaal teveel
    
      
    ik wil niet langer leven
    
      
    ‘k leg mijn kop tussen de rail
    
      
    en de trein van half zeven
    
      
    
      
    Ik zwijmel rond tot ’s morgens vroeg
    
      
    ik strompel door de regen
    
      
    ‘k sleep mezelf van kroeg tot kroeg
    
      
    och wat zou ik er om geven
    
      
    m’n wereld stort ineen
    
      
    het is me allemaal teveel
    
      
    
      
    Ik ben een lul, ik ben een vod
    
      
    wie kan er mij nog respecteren
    
      
    ‘k zuip me doelbewust kapot
    
      
    ik ben een zwijn in mensenkleren
    
      
    m’n wereld stort ineen
    
      
    het is me allemaal teveel