BRUGMANS, Guy
De keuze
…..
Het is alsof de trein zich als een worm een gang naar het verleden knaagt, terwijl herinneringen als passagiers in en uit de wagon van zijn geheugen stappen. In de schemerzones tussen dag en nacht en dag, in de waas van de halfslaap, duikt er nu en dan, zonder aanwijsbare reden of aanleiding, iemand of iets uit de mistige achtergrond op. Misschien zit er in de harde houten zittingen wel een eigensoortig geheugen, dat de herinneringen opslaat van alle reizigers die er zich ooit mee hebben verbonden. Een oud en krachtig geheugen, dat het lichaam later weer herkent, hoe lang het ook is weggebleven, en de tijd neemt die ervoor nodig is om de herinneringen weer vrij te geven, aan het gemoed over te maken.
Het zijn herinneringen die zijn verleden meedragen, prettige herinneringen die hij wil vasthouden, pijnlijke herinneringen die hij wil achterlaten, herinneringen ook waarvan hij dacht dat hij ze kwijt was maar die hem achterna zijn gekomen en nu en dan inhalen. Terwijl hij verder van huis gaat, komt hij erachter dat net deze laatste de hardnekkigste zijn, alsof ze met weerhaakjes aan zijn geheugen klitten, als de bolletjes van het kleefkruid vroeger aan zijn kousen. Het zijn herinneringen die in de schaduw van zijn bewustzijn sluimeren tot iemand of iets, een stem of beweging, een blik of geur, of soms ook schijnbaar niemand of niets ze wakker schudt. Soms verbaast hij er zich over dat hij onbenullige voorvallen glashelder uit zijn geheugen ziet opduiken, terwijl hij vertrouwde beelden er niet meer in kan terugvinden, alsof ze erin verdwaald zijn.
…..