DE COCK, Frederik



Hemelkijkers


Geen boek neem ik nog ter hand,

bloemen lees ik lang niet meer,

of rozenkrans,


ik heb alleen oog voor de goudvis

en het laatste licht dat danst


in de kamer, volg de sluierstaart

die over het nachtkastje trekt

als een kaper op stil water,


zo lig ik daar – zijdelings gedraaid,

grondelend in gedachten,


in de hoop dat vannacht

boven kiezelsteen en zilverzand


de vissen zullen wuiven

naar elkaar, ieder aan hun zijde


van het onbewogen ledikant.



Huishouding


We wisten elkaar uit. Ik vermocht je aan te kijken

toen je terugkwam van de kapper.

Je bleek veranderd. Sommige mensen worden mooier

wanneer ze ouder worden.


Wat je zegt is waar. Ik verlies mezelf teveel in boeken.

Een boek neemt me in van kaft tot kaft.

Een boek dat door mijn handen gaat weet zich gestreeld.

Waarom lezen we elkaar niet meer?


En goede wijn krijgt lichaam in de kelder, maar drinken

hebben we allang verleerd.

Geheelonthouding wordt met het jaar complexer,

een kwade dronk is niet aan ons besteed.


Er spelen blazers in dit huis vol gaten.

De kinderen kijken over onze schouders mee.

De kinderen willen snel het huis verlaten.

De kinderen eerst.


En wij proberen een houding te vinden,

staren naar graancirkels

en koffiekringen, het ochtendlicht valt binnen,

onverschillig ondermaans.



Hondsdagen in de Auvergne


We waren een verhaal dat begon met een punt

op een kaart. Iets zat ons in het vlees, we leden

aan het leven en zegden onze moeders Au revoir!


We hadden niet veel om het lijf, verloren onszelf

in een landschap van gevlamd papier, ontdekten

slapende vulkanen, Serge Gainsbourg en het bestaan


van blauwe kaas. We dronken wijn uit gelogen jaren,

beschreven de liefde in een morsig journaal,

bedachten gedichten die wisten van de hitte.


We kenden alle vlinders bij naam, ontcijferden

het vlugschrift van de hagedis maar verstomden

bij een stapel stenen langs de rand van de baan.


We poedelden in een koele rivier, tussen het riet

stelden we ons bloot aan het licht, kusten elkaar

voor de duur van een lied.