URBANUS
    
      
    
      
     Als Ik Doodga
    
      
    
      
     Als ik doodga,
  
en ik naast m'n lichaam sta,
dan zal ik rustig blijven wachten
tot ze me komen halen
De goede geesten van het licht,
want zij zullen me leiden
naar de eeuwig groene weiden
    
      
     Als ik doodga,
  
zal ik helemaal niet bang zijn
Ik zal zelfs heel tevreden zijn,
want ik heb vertrouwen
in wat er komen zal
Niemand loopt verloren
als hij op weg is naar 't heelal
    
      
     Als ik doodga,
  
dan zal God me vragen
wat ik met al die mooie dagen
van m'n leven heb gedaan
Hij zal vragen waar ik zat,
of ik aan Hem wel heb gedacht
toen ik Hem niet nodig had
    
      
     Als ik doodga,
  
en ik naast m'n lichaam sta
begint alles van tevoren,
want ik word opnieuw geboren
Eer alles is voltooid,
zal ik nog dikwijls moeten sterven
     Maar echt doodgaan doe ik nooit
    
      
    
      
    
      
    De Aarde
  
    
      
    De aarde is een grote bol met planten en met beestjes vol
  
en ze draait al heel lang in het rond
En wat ik haast niet kan geloven
soms hangen we onderste boven
    en toch blijven onze voeten op de grond
    
      
    
      
    En al de wolkjes boven ons
  
die lijken wel één grote spons
ze brengen ons het water van de zee
En als de aarde drinken wil
dan houdt de wind de wolkjes stil
    en dan valt al dat water naar benee
    
      
    
      
    Ho, grote wereldbol ik snap er niet veel van
  
het is gewoon een wonder wat je allemaal kan
je vliegt maar en je vliegt maar zonder te verdwalen
    je draait maar en je draait maar zonder motor of pedalen
    
      
    
      
    Als de zandman weer verdwijnt
  
en de zon haar zonnestraaltjes schijnt
lekker op de rug van onze poes
Dan valt aan de andere kant de nacht
daar is 't Janneke maan die lacht
    naar de ingeslapen kangoeroes
    
      
    
      
    En als Jezeke zijn bedje maakt
  
en al zijn pluimpjes kwijtgeraakt
dan begint het hier bij ons te sneeuwen
Toch bruint de zon in Afrika
de negertjes tot chocola
    maar bijt ze niet want anders gaan ze schreeuwen
    
      
    
      
    Ho, grote wereldbol ik snap er niet veel van
  
    …..
    
      
    
      
    En vanwaar dit allemaal komt
  
de lucht, het water en de grond
dat kan tot nu toe niemand vertellen
De aarde draait hier niet alleen
er zijn nog meer bollen om haar heen
    veel meer dan de mensen kunnen tellen
    
      
    
      
    Want als je straks een lichtje ziet
  
dat plotseling door de hemel schiet
dan kan dat een marsmannetje zijn
Dat heel gewoon aan jou komt vragen
of je één van deze dagen
    met hem meevliegt in zijn marskonijn
    
      
    
      
    Ho, grote wereldbol ik snap er niet veel van
  
    …..
    
      
    
      
    
      
    Moeke Medelij
    
      
    
      
    Ikke mij heel groot vervelen
  
Ikke mag niet buiten gaan
Treintje in de zavel spelen
'k Heb m'n blauw kostuumpje aan
    
      
    Maar ik liever in adamskleedje
  
En ravotten overal
Dan niet erg zijn ik een beetje
Zwart en vuil zijn als ik val
    
      
    Waarom moet ik binnen blijven
  
Als het zonneke schijnt zo geel
Stoute mammie altijd kijven
Als ik effe buiten speel
    
      
    Zij altijd zeggen ikke stout
  
En buiten veel te nijg te koud
Maar ik niet koud, ik altijd warm
Ikke sterk zijn als gendarm
    
      
    Ikke gisteren slaag gekregen
  
Van ons moeke hare slof
Ikke borstelke gevegen
Heb in haren tulpenhof
    
      
    Ikke sigarettenpakske
  
Uit ons pa z'n broek gepakt
En gans de boel op m'n gemakske
Met colle-tout aaneen geplakt
    
      
    Maar als ekik niet buiten mogen
  
Dan strijk ik de kamertrap
Vanonder totte gans vanboven
Vol met pis en vol met kak
    
      
    Of anders pak ik een banaan
  
En duw ze in het sleutelgat
Of klop ik met m'n telleraam
Al de tikkeneitjes plat
    
      
    Ikke blijf hier toch niet binnen
  
Met dat blauw kostuumpje aan
Ikke op twee stoelen klimmen
En ontsnappen langs het raam
    
      
    Ikke dikke slag gevallen
  
En een suikertand kapot
Maar da's niks, ze waren allen
Van het snoepen scheef en rot
    
      
    'k Lig hier nu in de patatten
  
Ik viel van de buitenkant
M'n jasje is al vol met spatten
Jiepiejee, dat is plezant
    
      
    Want mij dat toch niet kunnen bommen
  
Dat m'n jasje is kapot
Ik gekregen van bobonneke
Zij toch toverheks en zot
    
      
    'k Loop nu dartel in de weide
  
Door de sprietjes van het gras
En ik klop pletsend met m'n beide
Pollekes in de waterplas
    
      
    Ik giet water in mijn mouwen
  
En steek modder in mijn zak
Ik heb mijn broekske opgevouwen
Omdat 't aan m'n beentjes plakt
    
      
    Duizend borsten en fopspeentjes
  
Daar komt moeder woedend aan
't Is spijtig van m'n korte beentjes
Anders zou ik lopen gaan
    
      
    Moeke het precies erg menen
  
Z'houdt haar handjes in haar zij
'k Zal maar al beginnen wenen
Dan ons moeke medelij
    
      
    Alle kindjes opgelet
  
Naar wat met mij gebeuren gaat
    Nu vlieg ik zeker in mijn bed
    
      
    Tot morgenvroeg of morgenlaat
    
      
    
      
    Ikke mij heel groot vervelen
  
Ikke mag niet buiten gaan
Treintje in de zavel spelen
    'k Heb m'n pyjamaatje aan
    
      
    
      
    
      
    De Wereld is om zeep
  
    
      
    Ze hebben mijn hond zijn rug afgezet 
  
tot aan zijn poten
en ‘m vol antibiotica gespoten
want hij leed aan een nog al ver
gevorderde kanker
en hij had toch zo'n pijn
de dokter troostte mij: hij komt er wel door,
maar ‘t zal nooit geen struise zijn
    
      
     de wereld is om zeep
  
er gebeuren rare dingen rondom mij
helemaal om zeep
en het laatste oordeel kan niet ver meer zijn
    
      
     m’n moeder dat goed mens is in ‘t midden van de nacht
  
vol paniek de straat op gelopen
d’er kwam een gastarbeider uit de stoof gekropen
m’n grootvader dacht dat komt van die nieuwe antraciet
want in mijn tijd toen hadden we dat niet
    
      
     de wereld is om zeep
  
    …..
    
      
    
      
     de paus heeft kardinaal Van Sop tot aartsbisschop gezalfd
  
die sukkelaar die staat nu vol eczema
z’n ganse lijf krioelt van schilfers en van kwabben
tussen het des Vaders en des zoons
     moet hij zich zeven keren krabben
    
      
    
      
    de wereld is om zeep 
  
    …..
    
      
    
      
    en of je me gelooft of niet maar dit is al te kras
  
ik droomde vannacht dat ik negen maanden zwanger was
en inderdaad, stipt ongeveer om negen uur en half
heeft m’n maagd Marina een veulentje gekalfd
    
      
     de wereld is om zeep 
    
      
    …..