PEPPELENBOS, Coen
    
      
    
      
    
      
    Tot ziens
    
      
    
      
    Wij lachen de hele dag,
  
wij zijn de totziensmeisjes
    wij zeggen: Tot ziens (tot ziens hoor)
    
      
    
      
    Wij stralen aan de kade,
  
wij zijn de zon, wij zijn zacht
    wij zeggen: Tot ziens (tot ziens hoor)
    
      
    
      
    Wij geloven onszelf
  
wij zijn fee, we zijn elf,
wij zijn de blije uitzwaaimeisjes
    wij zeggen: Tot ziens (tot ziens hoor)
    
      
    
      
    Wij staan hier voor eeuwig
  
met de kramp in de kaken
wij zullen niet verzaken
    wij zeggen: Tot ziens (tot ziens hoor)
    
      
    
      
    Wij weerkaatsen geluk
  
ons glimmen wordt grimmen
en van binnen gaat langzaam iets stuk
wij zeggen: Tot ziens (tot ziens hoor). Prettige dag verder.