PUIMEGE, Jan
    
      
    
      
    
      
    Standbeeld
  
    
      
    Ik kan niet houden van een standbeeld
  
Stenen bloem in de woestijn
Ik kan niet houden van een pop
Een pop die zal nooit leven zijn
Ik kan niet houden van een toren ongenaakbaar op een rots
Onaantastbaar in de branding
Onwrikbaar als jouw trots
    
      
    …..
    
      
    
      
    
      
    Marijke
    
      
    
      
    Marijke ligt om halfdrie wakker
  
En denkt aan wat er om halfvijf gebeuren gaat
Als ze op haar sokken stil de trap afsluipt
En alles zomaar achterlaat
En z'is wel een beetje bang
Voor wat de toekomst brengen zal
Maar met wat geluk en met wat slimmigheid
    Speelt zij het wel klaar
    
      
    
      
    Marijke bolt het af
  
Marijke wil op eigen benen
Marijke zal haar toekomst
Zelf in eigen handen nemen
En nu's Marijke eind'lijk blij,
    Want nu's Marijke eind'lijk vrij
    
      
    
      
    Marijke staat in 't donker op
  
En trekt dan heel stil haar kleren aan
Neemt haar rugzak uit de kast
Die had ze daar van gisteren al staan
En ze denkt nog aan haar moeder
Die zeggen zou: "Doe niet zo stom"
Maar ze is heel zeker, stapt de deur uit
    En ze kijkt niet om, nee
    
      
    
      
    Marijke bolt het af
    
      
    …..
    
      
    
      
    Om halfacht staat Marijke
  
Al te liften langs de snelweg naar de zon
Met een hart vol goeie moed
Dat de dwang allang niet meer bevatten kon
En bleef er toch nog iets van twijfel
Dan verdwijnt die met een klap
Als een andere lifter vraagt
    "Zeg ben jij ook alleen op stap, hee"
    
      
    
      
    Marijke bolt het af
  
    …..
    
      
    
      
    En nu zwerft Marijke met veel vrienden
  
Tussen St-Malo en Montparnasse
En z'is al een heel klein beetje vergeten
Wie of wat ze vroeger wel was
Marijke 'k hoop voor jou
Dat je tevreden met jezelf kan blijven
En als je volhoudt is de jeugd
    In geen eeuwen stuk te krijgen, nee
    
      
    
      
    Marijke bolt het af
    
      
    …..
    
      
    
      
    
      
    Ken jij dat land
  
    
      
    Ken jij dat land dat ligt gevangen
  
tussen buren t' allen kant
tussen culturen zonder vast verband
waar twee verschillende volk'ren
tegen wil en dank in een keurslijf zijn gebrand
de ene noemt het België en de andere Belgique
alsof eentje in 't ooit twee namen heeft
de tweespalt is duidelijk voor elke realist
die niet in verstarring leeft
    
      
    ik ken zo'n land
  
maar het zal nooit het mijne zijn
ik ken zo'n land
maar het zal nooit het mijne zijn
ik ken zo'n land
    
      
    ken jij het land van compensaties, politieke willekeur
  
van gesjacher op grote schaal
waar wordt gebrast met miljarden van de kleine Vlaamse man
voor waardeloos Waals staal
ken jij het land van de twee maten, twee gewichten, twee gezichten
het recht is daar nog altijd op de dool
waar de Vlaming al twee jaren moet smeken om z'n recht
op een wettige kleine Vlaamse school
    
      
    ik ken zo'n land
  
maar het zal nooit het mijne zijn
ik ken zo'n land
maar het zal nooit het mijne zijn
ik ken zo'n land
    
      
    ken jij het land dat ligt te sterven, uitgezogen, uitgeput
  
een kadaver dat medelijden wekt
maar ik zal niet om je geven, van mij krijg je geen traan
je hebt teveel wrok in mij verwekt
'k zal ook niet dansen op jouw graf want jouw cynisme had ik nooit
een Vlaming houdt altijd z'n gulle lach
hij kijkt naar de toekomst, naar de eerste ochtendzon
    
      
    na de nacht komt een nieuwe dag
  
over een land
dat het mijne wel zal zijn
over een land
dat het mijne wel zal zijn
over een land
m'n Vlaanderland
m'n Vlaanderland
    
      
    
      
    Vlaanderen, m’n vaderland
  
    
      
    De ketting is gebroken
  
De grens is nu verlegd
Het spoor is nu getrokken
De bochten zijn gerecht
De stenen zijn verwijderd
En het onkruid is gemaaid
Het pad ligt nu vrij open
Het jonge gras gezaaid voor m’n
    
      
    Vlaanderland, m'n vaderland
  
Nieuw leven na de dood
Vlaanderland, m'n vaderland
Nu word jij weer groot
    
      
    Want na de begrafenis van het koninkrijk
  
Staan we niet te kijken rond het uitgeteerde lijk
De toekomst komt te voorschijn
Als de zon achter een wolk
We staan met lege handen
Maar met de werkkracht van een volk, het volk van
    
      
    Vlaanderland, m'n vaderland
  
    …..
    
      
    
      
    Dan heren politiekers zijn er geen excuses meer
  
Beloftes komen dan op jullie eigen hoofden neer
Er valt niets meer weg te schuiven
Op Brussel of ’t paleis
De trein vertrekt zonder retour
Het wordt een enkele reis, een reis naar
    
      
    Vlaanderland, m'n vaderland
  
    …..
    
      
    
      
    En morgen als de zon opgaat
  
Boven de Vlaamse staat
Waar eindelijk om ons
En om onze kinderen gaat
Wordt België een herinnering
Uit een donkere tijd
En komt geen einde maar een nieuw begin
Aan onze strijd, een strijd voor
    
      
    Vlaanderland, m'n vaderland
  
    …..