PETIT, Nora
    
      
    
      
    
      
    Isolement
  
    
      
    het isolement van mijn ogen
  
de stomme muur van mijn stem
de smalle rivier van mijn woorden
ben jij ben jij het vergeten?
    
      
    ik doe de dag met mijn handen
  
ik hoor alleen met mijn lippen
de dingen die ik niet wil
    
      
    ik denk het is alweer morgen
  
     
    jij weet het het is pas vandaag.
    
      
    
      
    
      
    Oerwater
  
    
      
    Oerwater, taal van voor het woord
  
ik zoek vergeefs de oorsprong van uw stroom.
Alleen een kleine ondergrondse toon
bereikt het stapvoets ingespannen oor.
    
      
    Ik kan de brug naar het begin niet slaan,
  
de tussentijdse ruimte is bewoond
met stemmen die ik niet kan verstaan,
onmachtig tot een taal die mij niet meer behoort.
    
      
    Ik vind alleen het rimplend oppervlak
  
en diep daaronder schaduw van niet weten.
Het licht is tot de bodem uitgesleten,
     
    wat bovendrijft is zinnebeeld en zwak.
    
      
    
      
    
      
    En moeder
  
  
    
      
    Waarom
  
was je niet gewoon
een moeder
(als) andre vrouwen
met een ingebouwde
steunzool
en een hoed
le dernier cri
ik geloof niet
dat je liefhad
niet je dochters
niet je zonen
kijk nu lig je
oude vrouw
dode vrouw
die was mijn moeder
klein geworden
door de jaren
maar ik hou nog
altijd van je
en ik weet niet eens
waarom