C.B. VAANDRAGER
    
      
    
      
    Cyclus in de verleden tijd
  
    
      
    Ik kwam gek uit de hoek.
    
      
    Ik struikelde over mijn woorden.
    
      
    Ik zei maar wat.
    
      
    Ik wist niet wat ik moest zeggen.
    
      
    Ik zei niks.
    
      
    Ik sloot me aan bij de vorige spreker.
    
      
    
      
    Ik had kapsies.
    
      
    Ik was onzakelijk.
    
      
    Ik had geen geld.
    
      
    
      
    Ik had klamme handen.
    
      
    Ik schaamde me.
    
      
    Ik had geen geduld.
    
      
    
      
    Ik was naïef met wijven.
    
      
    Ik kon niet dansen.
    
      
    
      
    Ik was stug.
    
      
    Ik wou opvallen.