VAN HEMERT, Willy
    
      
    
      
    Zon in Scheveningen
  
    
      
    Zon en zand
  
Ice cream, soda-tonic
In een ligstoel zon ik
Op het strand
Boulevard
Achter glazen muren
Zitten wij te gluren
Naar elkaar
    
      
    De zee is trillend cellofaan
  
De lucht een strakke blauwe vaan
Het strand een mierenhoop
Een meeuw verscheurt haar eigen keel
Een dansorkest speelt "Love For Sale"
Er is zoveel te koop
    
      
    Boven 't duin
  
Draaien vogels kringen
Zon van Scheveningen
Maak me bruin
    
      
    De zee is trillend cellofaan
  
De lucht een strakke blauwe waan
Het strand een mierenhoop
Een meeuw verscheurt haar eigen keel
Een dansorkest speelt "Love For Sale"
Er is zoveel te koop
    
      
    Boven 't duin
  
Draaien vogels kringen
Zon van Scheveningen
Maak me bruin
    Maak, maak me bruin
    
      
    
      
    
      
    Zuiderzeeballade
  
    
      
    Opa, kijk ik vond op zolder
  
'n Foto van een ouwe boot
Is dat nog van voor de polder
Van die ouwe vissersvloot?
    
      
    Jochie, dat is een gelukkie
  
Ik was dat prentje jaren kwijt
'k Heb nu weer een heel klein stukkie
Van die goeie ouwe tijd.
    
      
    Daar is het water, daar is de haven
  
Waar je altijd horen kon: 'we gaan aan boord'
De voerman laat er nu paarden draven
En aan de horizon leit Emmeloord
    
      
    Eens ging de zee hier tekeer
  
Maar die tijd komt niet weer
Zuiderzee heet nou IJsselmeer
Een tractor gaat er nu greppels graven
'k Zie tot de horizon geen schepen meer.
    
      
    Kijk die jongeman ben ikke
  
Ja, ikke was de kapitein
Hiero, en die grote dikke
Ja, dat moet Malle Japie zijn.
    
      
    Opa, en die blonde jongen
  
Vooraan bij de fokkeschoot
Opa, zeg nou wat
Die jongen ….
Is je ome, die is dood.
    
      
    In 't diepe water, ver van de haven
  
In die novembernacht, voor twintig jaar
Door 't brakke water is hij begraven
Als ik nog even wacht zien wij elkaar.
    
      
    Toen ging de zee zo tekeer
  
In een razend verweer
Ongestraft slaat niemand haar neer
Nu jaren later hier paarden draven
Zie ik de hand en macht van onze Heer.
    
      
    Waar is het water, waar is de haven?
  
Waar je altijd horen kon: ‘We gaan aan boord’
De voerman laat er zijn paarden draven
En aan de horizon leit Emmeloord.
    
      
    Eens ging de zee hier tekeer
  
Maar die tijd komt niet weer
't Water leit nu achter de dijk
Waar eens de golven het land bedolven
Golft nou een halmenzee, de oogst is rijp.