MARSMAN, Lieke
    
      
    
      
    Nederland
  
    
      
    Je nostalgie is oprecht, maar je rookworst is nep
  
Je boodschap is groen, maar aan je platform kleeft bloed
Je algoritme sadistisch, je vangnet een hoepel
Je bijstand gekort, terwijl optimisme een plicht is
    
      
    Je plan radicaal, wanneer de camera draait
  
Je vaccinatiegraad hoog, als je managers telt
Je vrijheid een waakvlam, democratie polyester
En niemand die weet wat je ware gezicht is
    
      
    Je geweten, verleden, je opinies, experts
  
Je consultants, commissies, obsessies, je taal
Je vergeten kwitanties met het hele verhaal
En je schoorvoetende sorry, dat aan niemand gericht is
    
      
    Je hoort ‘het begin van het einde’, denkt: einde
  
steeds vaker. Aan deze maskerade van nevenschade
met op de achtergrond het gerinkel van centen
Je bent een winkel, zegt men — die dicht is
    
      
    Bij gebrek aan natuurijs ben je een schaatser die zwemt
  
en je zwemt langzaam omhoog naar een boei, waar het licht is
Wee wat zich wreekt, je bent een burger die stemt
Het is bijna lente. Je bent moe, maar je bent er nog
    
      
    Vraag niet hoe, maar je bent er
  
    
      
    
      
    Sneeuwuilen
  
    …..
    
      
    ……………………………..Het donker antwoordt met kikkers
  
en kraaien, maar zijn uilen geeft het niet prijs. Je zou de
vissenogen van je huid willen wassen, alle uitstervende
vogels niet meer dan ondergesneeuwde herinneringen
laten zijn, sneeuwuilen, misschien nog één keer
niet durven zwemmen in een vijver vol karpers, maar daarna
    volwassen worden………………………..
    
      
    …..
    
      
    
      
    
      
    Ondertussen
    
      
    …..
    
      
    Langzaam
    
      
    verkreukelt mijn stem deze muren
    
      
    van sneeuw totdat het tussen het blad
    
      
    zo drassig wordt dat we er niet meer
    
      
    kunnen lopen, traag
    
      
    
      
    meestromen met de rotsen
    
      
    en de muizen, de sparren en
    
      
    velden, kapellen, de Mariabeelden
    
      
    die hun altaar gebruiken als schip.
    
      
    
      
    Ik zal zo hard zingen
    
      
    dat het mos ontdooit.
    
      
    
      
    Ik zal zo hard zingen
    
      
    dat de berg smelt.
    
      
    
      
    Ik zal zo hard zingen
    
      
    dat er weer paarden kunnen verdrinken
    
      
    in het moeras aan mijn voeten.
  
    
      
    
      
    Let u allemaal even op: d
    e voetgangers zijn ingehuurde acteurs:
    
      
    
      
    Onze lichamen gebaren dramatisch, maar in een
  
taal zonder antwoord. Onhandig als paspoppen
staan we, niet in staat elkaar vast te houden.
    De beste vijf vingers vergroeid in een eerste
    
      
    
      
    onzekere handdruk. Onze gewrichten zijn sneller
  
stroef dan onze spieren kunnen verslappen. Er zit
    geen rek in dit skelet. Elke pas is een tel te laat.
    
      
    …..