DE BRUYNE, Kris
    
      
    
      
    
      
    Amsterdam
    
      
    
      
    Je kan er boeken kopen
  
Die je hier heel zelden vindt
Je kan er langs de grachten lopen
Je haar los in de wind
Je kan er uren slijten
De parken zijn er groen
Je kan er naar Van Gogh gaan kijken
Dat zou je eigenlijk wel eens moeten doen
Je bent er vogelvrij
Omdat er alles kan
    Zo dichtbij en toch zo ver is Amsterdam
    
      
    
      
    Want daar in Amsterdam
  
Ben jij zo ver van mij
Toch voel ik Amsterdam
    Zo pijnlijk dicht nabij
    
      
    
      
    In het concertgebouw
  
Is het zeer dikwijls feest
Je weet toch nog
Dat zelfs Randy Newman daar ooit is geweest
Wie van ons vermoedde toen
Dat jij daar nu heel alleen
Een schuilplaats hebt gezocht
We gingen er altijd samen heen
Wie van ons is vogelvrij
Wie van ons die nog alles kan
    Zo dichtbij en toch zo ver is Amsterdam
    
      
    
      
    
      
    Ik wil wel met Je meegaan
    
      
    
      
    Ik wil wel met je meegaan maar je weet dat ik niet zo meegaand ben
    
      
    Ik wil wel met je slapen maar je weet dat ik niet zo slaperig ben
    
      
    Ik wil wel van je houden maar je weet dat ik toch niet te houden ben
    
      
    Want als ik met je vrij, bewijst dat toch niet dat ik vrijer ben
    
      
    
      
    Mijn slapeloze nachten die ik tel, verder aan geen mens vertel
    
      
    De grauwheid overdag me zo verveelt, geen enkel lied m'n woorden heelt
    
      
    En nog zo van die dingen die, als het kan, ik zo vlug mogelijk vergeet
    
      
    Je was genoeg gewaarschuwd, word alsjeblieft niet indiscreet
    
      
    
      
    Ik zal trachten niet te huilen als het bovenkomt, ik verwijt er me terstond
    
      
    En zie je me dan weggaan, doe alsof het mij hier niet betrof
    
      
    Er is een niet te vatten pijn waar ik me zorgen over maak
    
      
    Er is een niet te vatten vreugde waar ik je nu toch blij mee maak
    
      
    
      
    Ik wil dus wel met je meegaan nu je weet dat ik niet zo meegaand ben
    
      
    Ik wil dus wel met je slapen nu je weet dat ik niet zo slaperig ben
    
      
    Ik wil dus van je houden nu je weet dat ik toch niet te houden ben
    
      
    En nu ik met je vrij voel ik, dat ook jij niet vrijer bent
    
      
    
      
    
      
    De onverbiddelijke zoener
    
      
    
      
    De bleekblauwe kanariepiet wil vluchten
    
      
    maar hij kan het niet,
    
      
    hij is te bang.
    
      
    De kikker in de diepe gracht komt boven
    
      
    want het wordt al nacht,
    
      
    maar niet voor lang.
    
      
    
      
    Want uit het duister duikt hij op,
    
      
    en wie het meemaakt schrikt zich rot.
    
      
    Hij doet het zacht en onverwacht,
    
      
    hij doet het meestal wijl hij lacht.
    
      
    De onverbiddelijke zoener 
    
      
    
      
    Het meisje in de minirok verslikt zich hevig 
    
      
    want zij schrok,
    
      
    maar 't was te laat.
    
      
    Het schaapje dat te grazen stond
    
      
    ziet plotseling een grote mond,
    
      
    en inderdaad.
    
      
    
      
    Want uit het duister duikt hij op,
    
      
    en wie het meemaakt schrikt zich rot.
    
      
    Hij doet het zacht en onverwacht,
    
      
    hij doet het meestal wijl hij lacht.
    
      
    De onverbiddelijke zoener 
    
      
    
      
    De mestkever kijkt koortsig rond
    
      
    want zoenen vindt hij niet gezond.
    
      
    Het baat hem niet.
    
      
    En als hij denkt dat je 't niet ziet,
    
      
    de zoener spaart zichzelve niet.
    
      
    Zichzelve niet.
    
      
    
      
    Want uit het duister duikt hij op,
    
      
    en wie het meemaakt schrikt zich rot.
    
      
    Hij doet het zacht en onverwacht,
    
      
    hij doet het meestal wijl hij lacht.
    
      
    De onverbiddellijke zoener 
    
      
    De onverbiddellijke zoener 
    
      
    De onverbiddellijke zoener 
    
      
    De onverbiddellijke zoener
  
    
      
    
      
    Het land aan de zee
  
    
      
    Het bier is te lauw en de koffie verteerd
  
De meisjes te flauw en de jongens verkeerd
Waar moet ik naartoe nu de wereld vergaat
Ik haast me maar altijd maar ik kom altijd te laat
    
      
    Oh jongen, zeg me 'wat heb ik misdaan'
  
Er zijn geen seizoenen meer achter de traan
En ik staar naar al dat water,
ik durf niet denken aan later
    
      
    Hier in dit droevig café
  
heb ik het land aan de zee
    
      
    Het tij is gekeerd en de zon is naar de maan
  
Hoe kom ik hier ongeschonden vandaan
Ik zit te zwijgen, ik hou best mijn bek
Zal ik hier blijven en word ik gek
    
      
    Of wil jij van me houden nu zij niet meer kan
  
De tijd is te kort, nog m'n heel leven lang
En ik staar naar al dat water,
ik durf niet denken aan later
    
      
    En hier in dit droevig café
  
heb ik het land aan de zee
    
      
    En ik staar naar al dat water,
  
ik durf niet denken aan later
En hier in dit droevig café
    
      
    
      
    Waar ik voor leef
  
    
      
    Nee, niet voor het geld
  
Nee, niet voor de macht
Dat is niet waar ik naar streef
Da's niet waar ik voor .... da's niet waar ik voor leef
Nee, niet voor de eer, niet voor de eeuwigheid
Dat is niet waar ik naar streef
Da's niet waar ik voor .... da's niet waar ik voor leef
    
      
    Ik heb alles gezien, ik heb alles gehad, ik ben overal geweest
  
'k Heb alles meegemaakt, bijna kapotgemaakt
'k Ben veel te ver en veel te lang op stap geweest
    
      
    Nee, niet voor het geld
  
Nee, niet voor de staat
Dat is niet waar ik naar streef
Da's niet waar ik voor .... da's niet waar ik voor leef
    
      
    Ik heb alles gezien, ik heb alles gehad, ik ben overal geweest
  
'k Heb alles meegemaakt, bijna kapotgemaakt
'k Ben veel te ver en veel te lang op stap geweest
    
      
    Jij hier dicht bij mij, voor altijd hier bij mij
  
Ja dat is waar ik naar streef
Dat is waar ik voor .... dat's waar ik voor leef
    
      
    Ik heb alles gezien , ik heb alles gehad, ik ben overal geweest
  
'k Heb alles meegemaakt, bijna kapotgemaakt
'k Ben veel te ver en veel te lang op stap geweest