VANDEN BROECK, Bob



Brokstukken maken VI


ik wil met poëzie

het gat in het gat van de markt dichten


daar Drexciya vinden, de stad opgericht

door de nakomelingen van zwangere Afrikaanse vrouwen

die in de oceaan werden gegooid en onder water

kinderen met kieuwen baarden


ik weet nu

dat als ik mij uit de boot laat vallen ik

niet buiten de boot zal vallen

dat blauwe plekken plaatsen kunnen worden

waarin paddenstoelen sporen nalaten

mythes, monden, mogelijkheden


ik zal in kapitalistische ruïnes reünies organiseren

met mensen die sprekend op mij lijken

op een marktplein zachtjes tegen hen aanbotsen

met hen een gesprek aanknopen


samen op gipsen snaren snoeihard een gitaar bespelen

langzame lawines creëren

op een winderige dag met schopjes

een reusachtige duin verplaatsen


ik zal kop en staart aan dit lichaam krijgen

duizend dolgelukkige dolfijnen

in mijn buik voelen tuimelen

huizen in schuren met schubben