BRUGMANS, Guy



De uil van Quintinus*


hier zit ik, oude getuige, verheven in de toren

vleugellam en onsterfelijk bij het rad van de tijd

en volg met lede ogen de vergankelijkheid

in alle kleuren van huid en ziel, de dode sporen


van de verdwaasde scharrelaar, laag bij de grond,

hoe ver hij reikt, hoog met zichzelf oploopt,

gretig en blind

op de tast naar droom - en hoop.

de voorspoed lijkt niet langer nog draagbaar

zo sleept hij zich voort, in hunker en schijn

dat veel en nog en meer ooit genoeg zal zijn.

waar vindt hij de kracht om zichzelf te dragen,

met zijn tere huid, al zijn schrammen en builen,

niet te buigen maar in striemende regenvlagen

rechtop te staan, nooit of nergens te schuilen?


* Sint-Kwinten, zie Sint-Quintinuskathedraal in Hasselt en bv. Saint-Quentin (Fr.) & Sint-Kwintens-Lennik