SCHELKENS, Karim
    
      
    
      
    
      
    Dochter/Parijs
    
      
    
      
    Zandkorrels slijten 
  
de ogen van tijd
en triomf in de stad
    gaat gebukt onder bogen.
    
      
    
      
    ’s Nachts wordt het killer
  
dan dromen de kinderen
het landgoed van morgen
    nog zonder geraas.
    
      
    
      
    Ik zink door de lakens 
  
de vloer in de nacht
tel uren van waken
haar krullen
en staar.