BIJL, Martine
    
      
    
      
    
      
    Het Bloemendaalse bos
    
      
    
      
    In het boompje van verlangen
  
In het kleine Bloemendaalse bos
Ving ik jou, moest jij mij vangen
Op het fijne Bloenendaalse mos
    
      
    In de groene lenteweelde
  
Van het kleine Bloemendaalse bos
Waar wij als twee kleuters speelden
Ik de vogel, jij de slimme vos
    
      
    Bij het boompje van verlangen
  
In het kleine Bloemendaalse bos
Werd ik vijftien: op mijn wangen
Zag jij voor het eerst een rode blos
    
      
    Onder 't boompje van bekoring
  
Op het fijne Bloemendaalse bos
Waar een kinderdroom teloor ging
Jij en ik, de rokken vlogen los
    
      
    Nooit meer vlogen daar mijn rokken
  
Nooit meer speelde ik diefje-met-verlos
Want ik, dwaze, was vertrokken
Ver van 't kleine Bloemendaalse bos
    
      
    Dag mijn boompje aller bomen
  
Met je altijd-groene lentedos
Ik hervind mijn kinderdromen
In het kleine Bloemendaalse bos
    
      
    En wanneer ik eens zal sterven
  
Wil ik onder 't Bloemendaalse mos
Voor altijd de rust verwerven
Van mijn kleine Bloemendaalse bos
Voor altijd de rust verwerven
Van mijn kleine Bloemendaalse (bos)
    
      
    Want het boompje
  
Van verlangen
Houdt mijn hart en
Lijf gevangen
Hart gevangen
Lijf gevangen
Ziel gevangen