SONTROP, Theo
    
      
    
      
    De eikel spreekt
  
    
      
    Waar mijn ontbladerde vader
    
      
    zijn harige takken laat ruisen,
    
      
    en de bast van mijn moeder
    
      
    met welgevallen beziet,
    
      
    wordt de mier op de grond
    
      
    door mijn val invalide.
    
      
    Wellicht word ik woudreus,
    
      
    en schud met de vuist naar
    
      
    mijn vader die kromgroeit.