VAN VLIET, Eddy
    
      
    
      
    
      
    Afscheid van mijn vader
  
  
    
      
    Ik wil alleen maar zeggen dat ik het niet weet.
    
      
    Dat ik het allemaal niet zo duidelijk zag,
    
      
    zoals gebleken achteraf.
    
      
    
      
    Het tuinhek diende plotseling gesmeerd.
    
      
    De lege plekken op de muur bedekt en vlug
    
      
    vlug de geur van scheerzeep weg.
    
      
    
      
    De kalende die Homerus declameerde. De maïsvretende.
    
      
    De charmante die uit Frankrijk parfum meebracht. Hadden zij
    
      
    ook hun koffers gepakt, de huisvrienden van de vrije dag?
    
      
    
      
    Ik schreef het reeds meer. Die morgen
    
      
    liep hij van de keuken naar de straatdeur
    
      
    en kwam niet weer.
  
    
      
    
      
    Dood 
    
      
    
      
    Dood. Heb geen angst. Talm niet
    
      
    voor mijn deur. Kom binnen.
    
      
    Lees mijn boeken. In negen van de tien
    
      
    kom je voor. Je bent geen onbekende.
    
      
    
      
    Hou mij niet voor de gek met kwalen
    
      
    waarvan niemand de namen durft te noemen.
    
      
    Leg mij niet in een bed tussen kwijlende
    
      
    kinderen die van ouderdom niet weten wat ze zeggen.
    
      
    Klop mij geen geld uit de zak
    
      
    voor nutteloze uren in chique klinieken.
    
      
    
      
    Veeg je voeten en wees welkom.
    
      
    
      
    
      
    Verliefd
    
      
    
      
    Zo gaat het, zo ging het en zo zal het altijd gaan.
    
      
    Afspreken in cafés op de sluitingsdag.
    
      
    Aan de verkeerde zijde van bruggen staan.
    
      
    Tussen duim en wijsvinger, als brandende as,
    
      
    het fout begrepen telefoonnummer.
    
      
    Parken te nat, hotels te vol, Parijs te ver.
    
      
    Liefde als een veelvoud van vergissingen.
    
      
    
      
    Onbeholpen woorden als zo-even op zak en
    
      
    zoveel zin om, los van de wetten
    
      
    van goede smaak en intellect, te schrijven
    
      
    dat van de stad waar je elkaar voor het eerst zag,
    
      
    een plattegrond bestaat, waarop een kus,
    
      
    die het nauwelijks was, geregistreerd werd.
    
      
    
      
    
      
    Vader
    
      
    
      
    Ontkleed je. Nu het nog kan. 
  
Toon mij wat de tijd heeft aangericht
sinds wij samen in bad zaten en ik bewees
    dat waterdruppels elkaar willen raken. 
    
      
    
      
    Schaam je niet. Wij hebben dezelfde structuur. 
  
    De benen, de rug, de nagels en ontelbare gebaren. 
    
      
    
      
    Ik wil geen zevenentwintig jaar wachten 
  
alvorens te zien hoe ouderdomsvlekken
zich verspreiden, de huid verslapt en
    aderwanden het begeven. 
    
      
    
      
    Wijs mij wat er rest als de liefde 
  
niet langer wordt bedreven.
Noem mij vrouwennamen en laat ons
    berustend schateren
    
      
    
      
    
      
    De wandelaar 
  
    
      
     De wandelaar hijgt. Bij het achterlaten
  
van niets heeft hij ervaren hoe alles blijft.
    
      
     Langs de jaren voordien ging zijn tocht.
  
    
      
     Wat tot bedaren werd gebracht,
  
als met water besprenkeld stof, wordt herdacht.
    
      
     In over elkaar gelegde landschappen
  
vindt hij één voor één iedereen terug.
    
      
     Alleen: omkeren naar zichzelf kan hij niet.
  
    
      
    
      
    Tien tot schizofrenie leidende vragen
  
    
      
    wanneer ik het mongooltje een duw geef in de goede richting
  
d.w.z. in het kanaal
ben ik dan een moordenaar ?
    
      
    wanneer ik mijn soldatenjasje aantrekt
  
en trouw aan het vaderland zweer
ben ik dan een moordenaar ?
    
      
    wanneer ik een spelend meisje
  
tussen de zebrapaden doodrijd
ben ik dan een moordenaar ?
    
      
    wanneer ik aandeelhouder ben
  
van een chemisch bedrijf
ben ik dan een moordenaar ?
    
      
    wanneer ik mij
  
een nieuwe voorraad condooms aanschaf
ben ik dan een moordenaar ?
    
      
    wanneer ik mijn tomaten
  
bespuit met insecticiden
ben ik dan een moordenaar ?
    
      
    wanneer ik weiger 100 fr.
  
aan de lepra-actie te storten
ben ik dan een moordenaar ?
    
      
    wanneer ik een regering duld
  
die oorlogen goedkeurt
ben ik dan een moordenaar ?
    
      
    wanneer ik abortus propageer
  
ben ik dan een moordenaar ?
    
      
    wanneer ik een moord bega
  
    ben ik dan een moordenaar ?