VINDERS, Jheronimus
    
      
    
      
    Mijns liefkens bruin ogen
  
    
      
    Mijns liefkens bruin ogen
    
      
    En haren lachende mond,
    
      
    Die doen mij pijn en dogen
    
      
    In alder stond;
    
      
    Dat ik ze zien noch spreken mag,
    
      
    Dat klaag ik God en mijnen ogen:
    
      
    Ik ben bedrogen!