SCHEIRIS, Arthur
    
      
    
      
    O kruise de Vlaming
  
    
      
    …..
    
      
    
      
    O Kruise dat rijst aan de rand van het woud,
  
O Kruise van hardsteen met letters van goud,
Gij zijt met de Vlaming in 't graf neergedaald,
Gij rijst uit zijn graf nu, en zegepraalt.
O Kruis in het bloed onze helden geplant,
Bewaar steeds, en zegen ons Vlaanderland.
    
      
    
      
    De stem der zee
  
    
      
    De zee, de zee! Als winteravond
  
Met zilver 't grijze westen striemt
Wanneer de visser 't zwarte vaartuig
De duistrend' haven binnenriemt
    
      
    De zee, wanneer uit grauwe wolken
  
De nacht als kille droppelen druipt
De zee wanneer de nevel heimelijk
Langs duin en strand en golven sluipt
    
      
    De zee die zwoegt en zwelt en steigert
  
En altijd machteloos nederzinkt
En eeuwig in haar doffe deining
Een zang van wee en wanhoop zingt
    
      
    O stem der zee, gij streelt bij dag mij
  
Met wondere melodiëenpracht
Doch 'k vat en 'k voel uw diepe zin maar
Bij 't naderen van de stille nacht
    
      
    Zijt gij de stem der duizend doden
  
Die rijzend uit der golven schoot
Luid jammerend vrede, vrede vragen
En rusteloos dolen in hun dood
    
      
    Een vriendenstem, een welbekende
  
Die d'oude zeeman 't harte breekt
Die van 't verleden en 't hiernamaals
Van rust en ach, van sterven spreekt
    
      
    Een schrille noodkreet : Moeder, moeder!
  
Ginds uit de verre oceaan
Die d'oude vrouw in ‘t vissershuisje
Heur hand en hert doet stille staan
    
      
    Een liefdewoord, zo lang gezwegen
  
Maar luid gegalmd in stervenswee
Dat onbeantwoord galmt en hergalmt
En sterft aan 't stille strand der zee
    
      
    O stem, gij zijt het lied der engelen
  
Die zingend door de nevelen gaan
En bloemen strooien op de graven
Waar blad noch bloem te bloeien staan
    
      
    Zij brengen aan de lieve doden
  
De bloemen door een vriendenhand
Met tranen en met zegewoorden
Geplukt in 't verre vaderland
    
      
    Zacht luidt hun lied als verre klokken
  
die klinken door de duisternis
En over 't zeevlak stil en plechtig
Galmt 't hooglied der verrijzenis
    
      
    'k Zie witte handen in den donker
  
Met schuim en golven opwaarts gaan
En schemerbleke nevelbeelden
Die wandelen over d'oceaan
    
      
    't Is nacht! De donkerblauwe hemel
  
Hangt vol van rust ... De sterren staan
En blinken in de donkere diepten
Als zielen die ten hemel gaan