VAN ROOZENDAAL, Maarten
    
      
    
      
    
      
    Red mij niet
    
      
    
      
    Leg een steen onder je kussen
    
      
    Brand van mijn part een kaars
    
      
    Slacht een lam
    
      
    Maar red mij niet
    
      
    
      
    Zet een rare muts op 
    
      
    Duw briefjes in een muur
    
      
    Voorspel de toekomst
    
      
    Maar red maar niet
    
      
    
      
    Laat je baard staan
    
      
    Ach man, laat je baard staan
    
      
    Maar red mij niet
    
      
    Trek een jurk aan
    
      
    Ach man, trek een mooie paarse jurk aan
    
      
    Maar red mij niet
    
      
    
      
    Restaureer je kerk
    
      
    Stuur je kinderen ten oorlog
    
      
    Lees handen tot je blind bent
    
      
    Maar red mij niet
    
      
    
      
    Slik vitaminen tegen kanker
    
      
    Was je handen in vuur
    
      
    Versier je voorhoofd met een stip
    
      
    Maar red mij niet
    
      
    
      
    Jouw hemel is voor mij de hel
    
      
    Een hemel met jou 
    
      
    Is de hel voor mij 
    
      
    
      
    Richt je billen naar het westen
    
      
    Zeg dagenlang hetzelfde woord
    
      
    Laat je bevrijden door een ufo
    
      
    Maar red mij niet
    
      
    
      
    Loop met fakkels door de straten
    
      
    Zeg dat het lukt als je maar wilt
    
      
    Ga op je knieën tot ze blauw zien
    
      
    Maar red mij niet
    
      
    
      
    Laat mij in mijn zeven sloten
    
      
    Laat mij de draad volslagen kwijt
    
      
    Aan gezelligheid ten onder
    
      
    Richting eindeloze tijd
    
      
    Uit volle borst op weg naar nergens
    
      
    Zonder reden, zonder doel
    
      
    Met mijn zeden en mijn zonden
    
      
    En mijn angstig voorgevoel
    
      
    Laat mij mijn kont tegen de krib
    
      
    Laat mij dit goddeloze lied
    
      
    Hef jij je handen maar ten hemel
    
      
    Maar red mij niet
    
      
    Red mij niet 
    
      
    Red mij niet 
    
      
    Red mij niet 
    
      
    Red mij niet 
    
      
    
      
    
      
    Mooi
    
      
    
      
    Ach zie de lammeren nou toch lurken
  
Aan hun vers geschoren moeders
En hoe de jonge zwanen
Donzen in de zachte sloot
En hoe de zwoele wind de wolken waait
    Tot pas gewassen luchten
    
      
    
      
    Kan iets mooier dan het mooi is
  
    Kan iets groter zijn dan groot
    
      
    
      
    En voel de hosta nou toch lonken
  
Haar knoppen staan op barsten
Het nieuwe riet drinkt gulzig water
    Uit de smalle vaart
    
      
    
      
    Kan iets frisser dan het fris is
  
    Wulpser dan het wulpste
    
      
    
      
    Ach ik ben Goddank
  
Dus nog een keer
    Een jonge lente waard
    
      
    
      
    En zie de irissen nou toch pronken
  
Met hun stampers als koralen
Een varen rolt haar blaren
Als een leguanentong
En zie de veulens nou toch wankelen
    En de vogels naar hun nesten
    
      
    
      
    Kan iets verser dan het vers is
  
    Kan iets jonger zijn dan jong
    
      
    
      
    Zie hoe de zon een scherpe schaduw trekt
  
Onder de wijde wilgen
De puppies rennen rondjes
    Bijtend naar hun eigen staart
    
      
    
      
    Kan iets leuker dan het leuk is
  
    Jeugdiger dan jeugdig
    
      
    
      
    Ach ik ben Goddank
  
Dus nog een keer
    Een jonge lente waard
    
      
    
      
    Dit is zo mooi
  
Het is om te janken zo mooi
    Mooi, om te janken zo mooi
    
      
    
      
    En nu de wingerd zich wellustig
  
En het onkruid onbezonnen
En ik mezelf aftel
    Van volwassen naar bejaard
    
      
    
      
    Wordt het groener dan het groen was
  
    Nu ik grijzer dan ik grijs ben
    
      
    
      
    Ach ik ben Goddank
  
Dus nog een keer
    Een jonge lente waard
    
      
    
      
    Mooi
  
Het is om te janken zo mooi
    Mooi, om te janken zo mooi
    
      
    
      
    En als vannacht de open hemel
  
De sterren strak laat stralen
En ik buiten op mijn rug lig
    Starend naar het firmament
    
      
    
      
    Kan het stiller dan het stil is
  
    Eeuwiger dan eeuwig
    
      
    
      
    Dan ben ik Goddank
  
Dus nog een keer
Gevangen in het moment
    
      
    
      
    Oh
  
Dit is zo mooi
Het is om te janken zo mooi
Mooi, om te janken zo mooi
Mooi, om te janken zo mooi
Mooi
    Om te janken zo mooi
    
      
    
      
    
      
    Moe
  
    
      
    Veel te vroeg, de wekker gaat
  
Buiten is het nog licht, dat klote-apparaat
Moet je dus opstaan, dekbed opzij
Eerst een voet eruit, dan allebei
Erop gaan staan, tachtig kilo zwaar
Elke dag weer, jaar na jaar
En dan in bad, wat een theater
Al dat schuim en al dat water
En dan ook nog met zeep in je ogen
Dat hele lichaam weer af staan drogen
In de kleren van top tot teen
Je broek, je hemd, je trui er overheen
Je sokken, pantoffels, wil je gaan eten
Kan alles opnieuw, onderbroek vergeten
    
      
    O, was ik maar dood
  
Wat een gedoe
Elke dag weer leven
Het maakt me zo
Moe
    
      
    En als je dan nog kan, zet het op een lopen
  
Want daar zijn de gordijnen en die moeten open
Je ogen doen zeer van al dat zicht
En dan de wereld, die daar achter ligt
Mensen hier en mensen daar
En overal mensen en ze doen maar
Ze bouwen aan hun carrière, hebben een kater
Ze halen de bus of springen in het water
De een is rijk, stinkt naar koude kak
De ander arm, vreet uit een vuilnisbak
En dan al die huizen met al die daken
En al die fietsen met al die spaken
En al die auto's en al dat geld
En al die vrede en al dat geweld
    
      
    O was ik maar dood
  
    …..
    
      
    
      
    En dan die aarde zwaar overdreven
  
En maar zwaaien en maar zweven
En maar tollen als een kip zonder kop
Biljoenen jaren, het houdt niet op
En mijn zuster op een racefiets
En mijn tante in de tram
En van het concert des levens
Krijgt niemand een program
Dus dan maar overeind, wat het ook kost
Je weet maar nooit, misschien is er post
Want de PTT stelt je nooit teleur
Het ontbijt slaan we over, op naar de deur
Een belastingaanslag, wat een kolder
Een afschrift van de giro, een reclamefolder
En een herinnering van het GEB
Dus daar sta ik dan, blauw van de kou
En weer, en weer, en weer geen brief van jou