SPINVIS
    
      
    
      
    
      
    Oostende
    
      
    
      
    Justine, ik zie
    
      
    De jassen gaan aan
    
      
    Ze betalen hun bier
    
      
    De groeten zijn gedaan
  
    De echo van je naam in de lach van de meeuwen
    
      
    December in duizend kleuren grijs
    
      
    
      
    Drinken aan zee
    
      
    Denken aan jou
    
      
    Wachten op sneeuw
    
      
    
      
    Het gesprek gaat door
    
      
    Al bij al was het toch geen slecht seizoen
    
      
    Dat Emile daar altijd zat
    
      
    Dat hij zo vrolijk was
    
      
    En dat de hele stad is veranderd
    
      
    De winkel is nu een reisbureau
    
      
    
      
    Drinken aan zee
    
      
    Denken aan jou
    
      
    Wachten op sneeuw
    
      
    
      
    't Is zo koud
    
      
    En ik ben nog nooit zo moe geweest
    
      
    Het licht is veel te fel
    
      
    In de lift van het hotel
    
      
    En in de eeuwige zomer
    
      
    Op een foto van een jonge Marvin Gaye
    
      
    
      
    Hé, hé, hé
    
      
    Denken aan jou
    
      
    Wachten op sneeuw
    
      
    
      
    Ik zie ze staan
    
      
    Op de boulevard
    
      
    In de mist
    
      
    Ze kunnen hier nooit vandaan
    
      
    Verraden in de naam van koning en vaderland
    
      
    Op het strand is een jeugdige, hun oorlog nooit voorbij
    
      
    
      
    Drinken aan zee
    
      
    Denken aan jou
    
      
    Wachten op sneeuw
    
      
    
      
    Tot ziens, tot ziens, Justine
    
      
    Want welke weg ik kies
    
      
    Hij leidt naar hier
    
      
    Geschiedenis herhaalt zich nooit
  
    maar rijmt altijd een keer
    
      
    
      
    Begin de dag met tequila 
    
      
    Dan is het randje er een beetje af
    
      
    En doet het niet meteen zo'n zeer
    
      
    
      
    En de wind huilt laag
    
      
    En de zuil draait rond
    
      
    En de roulette spint
    
      
    En je zit naast mij
    
      
    En ik kan je zien
    
      
    Weet wat je wil van mij
    
      
    Justine, ik zet alles in
    
      
    En ik win, ik win, ik win, ik win
    
      
    
      
    En de band speelt door
    
      
    Heel de nacht
    
      
    Voor altijd
    
      
    In het licht
    
      
    Oh, Justine, je hebt gezegd
    
      
    Alleen dit licht, dit licht is echt
    
      
    …..
    
      
    
      
    
      
    Kom terug
  
    
      
    Gooi een steen na de dag,
  
zo ver als je kunt.
spoel het zout van je huid,
Doof het vuur.
Volg het spoor wat er ligt,
Zoek niet wat er nooit meer is.
was het zand uit je haar,
geef een naam aan ieder jaar.
drink de tranen van je hand,
zwijg ervan.
erf de ogen van je kind,
kijk er door.
koester je geheime hart,
tot het eind.
    
      
    reis ver, drink wijn, denk na,
  
lach hard, duik diep,
kom terug.
    
      
    Droom een boot in de zon,
  
geef hem zeilen en wind.
kus een droevige mond,
heel zacht,
voor de dag begint.
bewaar een steen in je tas,
uit het land waar je sliep,
waar je de wonden op liep,
waar het koninkrijk verging.
haal de parels uit de zee,
geef ze weg.
vecht met alles wat je hebt,
verlies het goed.
wacht dan tot het lichter word,
je hebt de tijd.
    
      
    reis ver, drink wijn, denk na,
  
lach hard, duik diep,
kom terug.
    
      
    
      
    Aan de oevers van de tijd
  
  
    
      
    Aan de oevers van de tijd
    
      
    Keek ik om me heen
    
      
    Ik wachtte aan de kant
    
      
    Aan de oevers van de tijd
    
      
    En alles ging voorbij
    
      
    Verloor zijn naam
    
      
    En spoelde aan
    
      
    
      
    Aan de oevers van de tijd
    
      
    Hing ik maar wat rond
    
      
    In het zachte dode licht
    
      
    Van de vreemde grijze zon
    
      
    Zocht ik naar die ene dag
    
      
    Naar een juli in een zomer
    
      
    In een jaar
    
      
    
      
    Kijk
    
      
    Iemand zwaait en roept
    
      
    En blauw staat je zo goed
    
      
    Er gaat een telefoon
    
      
    Je boek ligt in de tuin
    
      
    't is zo te zien nog vroeg
    
      
    Misschien een uur of twee
    
      
    
      
    En daar
    
      
    Daar bij de auto staan
    
      
    Josefien en Mike
    
      
    Haar bruine citroën
    
      
    Je doet iets met je haar
    
      
    We gaan zo te zien nog weg
    
      
    Misschien al zo meteen
  
    
      
    Aan de oevers van de tijd
    
      
    Hing ik maar wat rond
    
      
    Tijd was vreemd was ik
    
      
    En ergens tussen alle troep
    
      
    Van toen en toen en toen en toen
    
      
    Zingen stemmen in een zomer
    
      
    In een jaar
    
      
    
      
    
      
    Zonder naam
  
    
      
    Bij het pad achter het kerkje
  
Waar de wilde bramen staan
Staat een steen zoals zovelen
Zonder datum, zonder naam
Het verhaal is nooit vergeten
Voor eeuwig ligt hij daar
    
      
    Een verdwaalde, stille jongen
  
Van amper twintig jaar
Hij had gedanst, hij had gedronken
Stond te praten in een kroeg
Met het meisje van de winkel
Toen iemand aan hem vroeg:
"Durf je te vechten voor de vrijheid?
Ben je een lafaard of een man?"
En nog tollend van de whiskey
Meldde hij zich aan
    
      
    Zeg tegen ma dat we gaan winnen
  
Zeg haar dat het goed zal gaan
Dat als ik terug kom tegen kerstmis
Dat ze spaghetti voor me maakt
Achtentwintigduizend jongens
Werden die avond uitgezwaaid
Door de ministers en de hitsers
En de handelaars in haat
    
      
    Op een ochtend vlak voor kerstmis
  
Kwam de vijand heel dichtbij
Het was een kleine, bleke jongen
En net zo bang als hij
Niemand weet waaraan ze dachten
Maar ze schoten op elkaar
Met de tranen in hun ogen
En amper twintig jaar
    
      
    In de stilte zong een merel
  
In de heuvels lagen daar
De verloren dode zonen
Als broeders naast elkaar
Ze hielden van een bord spaghetti
En van dezelfde muziek
In hun handen de geweren
Uit dezelfde fabriek
    
      
    Bij het pad achter het kerkje
  
Waar de wilde bramen staan
Staat een steen zoals zovelen
Zonder datum, zonder naam