VAN OORT, Henk
    
      
    
      
    
      
    Alleen
    
      
    
      
    Alleen te zijn in deze tuin …
  
Ik heb gezocht in elke bloem.
Alleen te zijn in deze tuin …
Ik volgde ieder spoor en pad.
Geen lichtelf met een fluitbazuin.
    Geen luchtdans, op geen enkel blad.
    
      
    
      
    Volstrekt alleen
  
    Met plant en dier en steen.
    
      
    
      
    
      
    Zo wil ik voor je
    
      
    
      
    Zo wil ik voor je dichten
  
    met woorden de gaten in mijn ziel.
    
      
    
      
    Onverwachte verzen lichten
  
    jouw ogen en mijn binnenpijn.
    
      
    
      
    Dit voorjaar schijnt wel dieper lente:
  
    Hoe zal dan straks de zomer zijn?
    
      
    
      
    Je lieve lijf verplooit zich meer dan ooit
  
    al zoekend naar de holte in mijn hand.
    
      
    
      
    Zo nieuw is nu je pasgeboren blik
  
    dat ik verjong in stille dichte brand.
    
      
    
      
    
      
    Als ik niet meer
    
      
    
      
    Als ik niet meer te dromen weet
    
      
    niet weet hoe rotsen te bekleden
  
hoe kan dan wat ik het leven heet
    het nu verdrinken tot verleden?
    
      
    
      
    Als ik niet meer verliefd kan zijn
  
niet meer kan wiegen in mijn vlucht
hoe kan ik dan nog leven zonder pijn
in vleugelwarmte, licht en lucht?