BRANDS, Wim
    
      
    
      
    
      
    Ik
  
    
      
    Als je wilt weten wie ik ben
  
doorzoek dan ’s avonds
mijn broekzak.
    
      
    Het is de schatkamer
  
van mijn ziel.
    
      
    Je vindt: drie knikkers,
  
een dode vlinder,
de bebloede pleister
van toen ik viel, touw,
glas uit mijn opa’s
dakraam
    
      
    en op een stukje papier
  
jouw naam.
    
      
    
      
    Ze weet soms nog
  
    
      
    Ze weet soms nog waar ze is, als ze voor haar huis danst
  
meestal, na het dagelijkse voeren van de duiven
    
      
    maar hoeveel mannen ze zoende, de namen van haar familie,
  
haar vrienden, haar vriendinnen - ze verdwenen,
    
      
    zoals elke ochtend de stukken brood die gulzig hemelwaarts
  
worden gevlogen.
    
      
    Elke avond zit ze op haar bed en luistert naar
  
het breken van het oude brood.