LIBBRECHT, Peter
    
      
    
      
    
      
    Seerlands Dale
    
      
    
      
    Langs de stadse grachten, een bleke maan
  
Ze lopen er als schimmen, en ik ken hun naam
Ze hebben nachtenlang elkaar gekust
    Zij zullen nooit meer vinden, de stille rust
    
      
    
      
    De jaren zijn voorbij, waar is haar zachte stem
  
'k Heb veel te lang gezocht naar 't gevoel dat ik niet ken
Wetend dat ze kijkt naar dit vreemde gezicht
    En luistert naar z'n woorden als een zoet gedicht
    
      
    
      
    Mijn liefste schat in Seerlands Daal
  
Waarom spreek jij nu voor mij een andere taal
Ik wens je veel geluk, zoals het hoort
    Maar liever had ik hem toch wel stilletjes vermoord
    
      
    
      
    Hangt hij rond je hals een koord van goud
  
Hij tooit je met veel kleuren, die waar hij van houdt
Jouw eer heeft hij genomen, maar ook jouw stem geroofd
    En al mijn dwaze dromen die ik ooit heb beloofd
    
      
    
      
    Langs de stadse grachten, onder de maan
  
Loopt nog steeds die schim, en ik ken zijn naam
In Seerlands Dale, wil je trouwen
    Dan ga ik maar op zoek naar andere vrouwen
    
      
    
      
    In Seerlands Dale ga ik rouwen
  
    
      
    
      
    Louise
  
    
      
    't Was de achttiende van mei
  
't juiste jaar ben ik vergeten
Vrienden, 't is de moeite waard
'k Had al veel te lang gespaard.
Als 't seizoen ophoudt met vriezen,
komen zomerdagen aan.
In de speelhof van Louise
ben ik 's nachts op stap gegaan,
ben ik 's nachts op stap gegaan..
    
      
    Maar Louise sprak mij aan
  
als ik uit m'n broek wou schieten;
maar Louise sprak mij aan:
"laat hem toch maar even staan,
want gij moet mij nog betalen,
voor ge zulke zaken doet;
dan zal ik u niet beletten,
om te spelen in mijn goed;
om te spelen in mijn goed"
    
      
    Zoveel geld is toch wat veel,
  
'k weet niet hoe gij dat durft vragen.
Duizend frank is veel te veel,
voor 't plezier dat ik met je deel.
Voor de helft van zoveel duiten,
ben ik overal geriefd,
zowel vanbinnen als vanbuiten;
ben ik overal geliefd
ja, ben ik overal geliefd.
    
      
    Ja, je zult het wel verstaan,
  
en je zult het wel bemerken:
't ene goed is 't ander niet,
zoals je hier wel degelijk ziet.
Kom en schiet in mijn warande,
op een vogel kijk ik niet.
En je zult je niet verbranden,
doe gerust je lust en schiet,
nee verbranden zul je niet.
Verbranden zul je niet!