VERHULST, Raf
    
      
    
      
    Sprokkelmaand
  
Lichtmis.
    
      
    De dagen lengen nu een haneschreeuw.
  
    
      
    Wat wiebelt daar een jent* en aardig klokje
  
In ruige kant en tussen gras en sneeuw!
Is dat een bloempje of een sneeuwenvlokje?
    
      
    Het zwerk is donker, laag en grijs;
  
Aan gracht en vijver kleeft nog ijs;
Toch wiegelt er een bloemenklokje
Ondanks de sneeuw, die heldre sneeuw,
Min blank dan 't reine bloemenrokje.
    
      
    De dagen lengen nu een haneschreeuw
  
    
      
    * jent = bevallig